Vervaardiging van uitstrijk preparaten
Het aantal te maken uitstrijkjes is afhankelijk van het materiaal, meestal is 1 ongefixeerd en 2 gefixeerde uitstrijken voldoende. Als er erg veel materiaal is, dan moet men de volgende uitstrijken ongefixeerd insturen.
- Noteer de naam van de patiënt en de geboortedatum met potlood op de matrand van het glaasje
- Begin na de punctie direct met uitstrijken
- Spuit het materiaal voorzichtig op een objectglaasje om uit te strijken
- Begin ongeveer 1 cm. vanaf de matrand
Het uitstrijken gebeurt op de volgende manier:
- Breng één druppel op het objectglas 1 cm. van de matrand
- Plaats een ander objectglas voorbij de druppel in een hoek van 30 graden (A)
- Trek dit objectglas terug totdat deze de druppel raakt
- Het materiaal verspreidt zich langs de onderrand van het objectglas.
- Beweeg het objectglas in horizontale richting in een rustige vloeiende beweging over het andere objectglas (B)
- Resultaat: C
Bij viskeus materiaal en bloedstolsels kan men beter anders te werk gaan.
De twee glaasjes worden hierbij zonder druk uit te oefenen op elkaar gelegd.
Door de glaasjes over elkaar heen te schuiven en de capillaire werking zal het materiaal zich over de glaasjes verspreiden.